Lied aanleren

Doel: het doel is dat kinderen uit groep 7/8 na ongeveer 20 minuten te hebben geoefend, “the lion sleeps tonight” in canon kunnen zingen.

Inleiding: je zou een stukje uit de film “the lion king” kunnen laten zien. Of hiermee kunnen beginnen na een documentaire over leeuwen of de jungle gezien te hebben.

Aanleermethode: lied een keer laten horen en vragen wie het lied al kent.

Nu kan je als docent de eerste zin voorzingen en de kinderen deze zin laten nazingen.

1. In the jungle, the mighty jungle, the lion sleeps tonight.
    In the jungle, the mighty jungle, the lion sleeps tonight.

2. A-hoe a-hoe a-hoe-a-wi-wa-wee.

    A-hoe a-hoe a-hoe-a-wi-wa-wee.

3. A-wim-mo-wee a-wim-mo-wee a-wim-mo-wee a-wim-mo-wee.

    A-wim-mo-wee a-wim-mo-wee a-wim-mo-wee a-wim-mo-wee.

4. A-wim-mo-wee a-wim-mo-wee a-wim-mo-wee a-wim-mo-wee.

    A-wim-mo-wee a-wim-mo-wee a-wim-mo-wee a-wim-mo-wee.

Hierna kan je door gaan met het tweede couplet. En doe je hetzelfde.

Verwerking: als de kinderen door hebben hoe het lied gaat dan kan je de kinderen zelf laten zingen door eerst de jongens te laten zingen en daarna de meisjes. Als docent geeft je bij beide partijen aan wanneer ze moeten beginnen met zingen. Ook kan je kinderen laten nadenken over eventuele bewegingen die ze bij elke zin die hetzelfde is kunnen herhalen. Het kunnen bewegingen zijn die ze bij het lied vinden passen.

Afsluiting: de kinderen hebben het lied nu goed in hun hoofd en nu kan je het in canon gaan zingen. Je verdeeld de klas in 3 groepen en laat deze dicht bij elkaar staan. De eerste groep begint bij het begin van het lied en zingt tot na het refrein. Als de eerste groep klaar is met het couplet, begint de tweede groep met het zingen van het couplet. Ook zij zingen tot het einde van het refrein. Als de tweede groep klaar is met het couplet, begint de derde groep met het zingen van het couplet. Ook zij zingen tot het einde van het refrein.

Om dit nog moeilijker te maken kan je ze het hele lied laten zingen. Dit betekend dat er 3 coupletten in voorkomen en dat het lastiger te volgen is wat je als groep nou precies moet zingen.

Klank-Vorm-Betekenis model

Klankduur: het refrein is op een normaal tempo, daarna wordt het langzamer en daarna sneller.

Klankhoogte: alleen het laatste deel kan hoger gezongen worden dan normaal.

Klanksterkte: in het hele lied wordt er even hard gezongen.

Klankkleur: het kan leuk als twee groepen tegen elkaar (bijvoorbeeld jongen tegen meisjes) en dan krijg je twee verschillende soorten stemmen die tegen elkaar zingen.

Vormprincipes: elke zin wordt een keer herhaald, zowel in de coupletten als in het refrein.

Vormeenheden: het lied is bij de meeste kinderen waarschijnlijk wel bekend en dat komt door het refrein.

Vormtechnieken: bij dit lied is het handig om imitatie te gebruiken, zo leren de kinderen het makkelijkst hoe het lied gaat.

Compositievormen: je kan hierbij makkelijk een canon doen omdat de tekst niet heel moeilijk is en omdat het goed bij elkaar klinkt.

Programmamuziek: de kinderen moeten hierbij waarschijnlijk aan “the lion king” denken en daarom hebben ze er ook gelijk een beeld bij.

Eigen betekenisgeving: door de kinderen zelf bewegingen te laten bedenken die bij het lied passen kunnen ze hun gevoelens uiten.

Functies van muziek: ze leren goed te luisteren naar de tekst en te bedenken wat daar voor hun bij hoort.